In het maartnummer staat in een speciaal dossier het landelijk gebied in het spotlicht. Het platteland is het toneel van grote veranderingen. Ga maar na: tal van ‘stedelijke’ vraagstukken, op het gebied van voedselproductie, duurzame energie en klimaatverandering dienen in het buitengebied te worden opgelost. Daarnaast kampen plattelandsregio’s met specifieke opgaven, zoals de omgang met bevolkingskrimp, het herbestemmen van lege boerenerven en de impact van agrarische schaalvergroting op het aanzien en de kwaliteit van natuur en landschap.

Redacteur Marieke Berkers gaat in Oost-Brabant op zoek naar een ‘nieuw landschap’ waarin het onderscheid tussen het platteland als leverancier van voedsel en het platteland als groene ruimte om te recreëren, minder groot wordt of zelfs wegvalt. In zijn essay pleit Noël van Dooren, lector Voedsellandschappen aan Van Hall Larenstein, voor een meer regionaal georganiseerde voedselproductie. Hij gaat daarbij uit van een brede interpretatie van wat we verstaan onder landelijk gebied: de plek waar je eten vandaan komt. Van Dooren ziet ook het wijkgroen, de achtertuin en de zee als plaatsen waar we (op termijn) ons eten vandaan halen. 

 

Ook sterarchitect Rem Koolhaas heeft zijn vizier op het platteland gericht. Momenteel werkt hij met Harvard University aan een internationaal ontwerponderzoek waarvan de resultaten in 2019 te zien zijn op een speciale tentoonstelling in New York. In dit nummer legt projectleider Samir Bantal uit waarom het platteland een ontwerpaanpak verdient. ‘De bouw van reusachtige productiecomplexen, datacenters en opslaghallen heeft een enorme impact op de ruimtelijke kwaliteit.’ Deze architectuur-zonder-mensen heeft gevolgen voor de openheid en de grote maat waaraan de Nederlandse droogmakerijen, klei- en komgronden en veenkoloniën hun wereldwijde bewondering ontlenen. In een kort essay komt Jake Wiersma op voor de sublieme wow-ervaring van deze grote leegtes. Fotograaf Harry Cock trok naar de Kop van Noord-Holland waar het lege polderland is omgedoopt tot Seed Valley en Agriport. Deze hightech werelden van kilometerslange kassen, anonieme productieterminals en opslagloodsen vormen de thuisbasis van ’s werelds koplopers onder de land- en tuinbouwbedrijven.