Blauwe Kamer 2/2018
Blauwe Kamer 2/2018
In het juninummer een dossier over het hedendaagse straatontwerp. Overal ter wereld gaan straten op de schop. Naast maatregelen op het gebied van klimaatadaptatie, wateropvang en vergroening, is het de bedoeling dat niet langer de auto, maar de voetganger voortaan de dienst uitmaakt. Zoals de Utrechtse planologiehoogleraar Maarten Hajer het in Nieuwsuur verwoordde: ‘De revolutie is begonnen, in steeds meer steden wordt de auto uit het straatbeeld gehaald.’De straat moet een plek worden voor verblijf, ontmoeting, bezinning en ontspanning – precies de termen waarmee vier ontwerpers in dit dossier hun favoriete straat omschrijven. Landschapsontwerper Marlies van Diest bijvoorbeeld is verheugd dat de Rijnkennemerlaan in Leidsche Rijn een groene grasweg is gebleven. Daardoor biedt de door populieren gemarkeerde laan ruimte voor bijvoorbeeld een buurtontbijt aan een meterslange tafel.
Journalist Martin Woestenburg onderzocht de opkomst van de ‘leefstraten’, die gekenmerkt worden door een autoluwe inrichting en een grote betrokkenheid van bewoners. Woestenburg vroeg stedenbouwers en landschapsarchitecten wat dit betekent voor het straatontwerp. De antwoorden lopen uiteen, maar over een ding zijn ze het eens: ‘De mens moet centraal staan, niet het voertuig.’
Tot slot Joost Emmerik die in zijn geboortestad Den Haag langs het Spui wandelde, de befaamde ‘hartlijn’ uit het beroemde plan De Kern Gezond. Emmerik zag dat de route – ooit bedoeld als verbinding – is uitgegroeid tot een barrière tussen de verschillende delen van de Haagse binnenstad. Het is aan bureau B+B – in de jaren tachtig eveneens de makers van De Kern Gezond – om dit probleem te verhelpen. Zij geven de hartlijn een terughoudende vormgeving en benadrukken de bijzondere plekken waarlangs hij voert. Joost Emmerik ziet dat wel zitten. ‘Het nieuwe plan bouwt voort op de Haagse sfeer van deftige rust en waardige kalmte.’
EN VERDER ...
GOUDEN ONTWERPREGELS VOOR HET IJSSELMEER
Het IJsselmeergebied kampt met twee op het oog contrasterende uitdagingen. Vanuit ecologisch perspectief is het nodig om ruimte te geven aan natuurlijke processen. Tegelijkertijd is het IJsselmeer het toneel van de grootste verstedelijkingsopgave in het land – de metropoolregio Amsterdam moet de komende decennia tot volle wasdom komen. In een essay doet Frits Palmboom – aftredend hoogleraar aan de Delftse Van Eesterenleerstoel – een handreiking om met deze 'delta-paradox' om te gaan. 'We moeten het IJsselmeer zien als een ‘metropolitane verademing’, als een genotslandschap, met het water als centraal motief.'
INTERVIEW MET HENK HARTZEMA
Redacteuren Marieke Berkers en Mark Hendriks spraken met stedenbouwkundige Henk Hartzema. Een gesprek over de noodzaak van een Randstadplan, het belang van gezond verstand en de voorliefde voor tijdschriften.
HET NIEUWE LEIDSE RIJN CENTRUM
Vorige maand is de opening van het lang verwachte Leidsche Rijn Centrum groots gevierd. De commentaren zijn enthousiast: ‘Het lijkt Stockholm wel, een buitenwijk van Parijs, iets Italiaans.’
DE PROJECTEN
Redacteur Anne Seghers ging in Utrecht naar het woningbouwproject Zijdebalen. Gaat de nadruk op woningaantallen niet ten koste van de ontwerpkwaliteit? Jacqueline Verhees bezocht in Gorssel de buitenruimte van museum More.
COLUMNS
Van Christiaan Weijts, Marinke Steenhuis en Madelief ter Braak.