DIGITALE VERSIE / Blauwe Kamer 1/2021 / Dossier Droogte
BRANDEND ZAND
DOSSIER: DROOGTE OP DE HOGE ZANDGRONDEN
De kans is groot dat ook dit voorjaar gekenmerkt wordt door langdurige droogte. April en mei 2020 waren immers de droogste maanden sinds de metingen in 1906 begonnen. Volgens het KNMI valt er meer regen dan een eeuw geleden, dus daar ligt het niet aan. Wel aan meer verdamping – door stijgende temperaturen en de vele zonuren verdwijnt de gevallen regen eerder in de atmosfeer. Door verdichting en het gebrek aan bodemleven zijn gronden nauwelijks in staat om regenwater op te nemen en vast te houden. Een andere oorzaak ligt in ons gelauwerde watersysteem, waarin de nadruk ligt op het zo snel mogelijk afvoeren van water. De afgelopen 150 jaar is het land op grote schaal ontwaterd – beken zijn gekanaliseerd, moerassen drooggemaakt, stuwen gebouwd.
Het dreigende tekort aan zoetwater is het meest prangend op de hoge zandgronden. Deze gebieden zijn vanwege hun afstand tot de grotere wateren volledig afhankelijk van regenval en kwelwater. Door steeds lagere grondwaterstanden hebben de landbouw en de natuur te kampen met gewasschade en biodiversiteitsverlies. In steden en dorpen staat in de zomermaanden de drinkwatervoorziening onder druk.
In dit eerste nummer van 2021 ruim aandacht voor de droogteaanpak. Het doel is klip en klaar: in onze ‘watermachine’ moet het niet langer gaan om het snel afvoeren van water, maar om het opvangen en langer vasthouden ervan. Volgens experts vergt dit een grootschalige herinrichting van het landschap en een andere omgang met ons landgebruik. Of zijn we bereid tot fundamentele keuzes: over andere vormen van landbouw, over welke functies passen bij droge omstandigheden, over wat we verstaan onder natuur.
Het was voor waterschap Vallei en Veluwe aanleiding een ‘blauwe omgevingsvisie’ te maken. In een gesprek met redacteur Marieke Berkers licht oud-dijkgraaf Tanja Klip-Martin deze bijzondere stap toe: ‘Alle transities hebben te maken met ruimtegebruik en dus met water. Wij kunnen een gidsende rol vervullen.’ Die brede blik komt ook terug in drie ontwerpprojecten die we in dit dossier belichten. In het ontwerponderzoek Droogteschap verkent Studio 1:1 hoe het landschap rondom de Brabantse beek de Dommel op de lange termijn kan omgaan met extreme droogte. In het project De Eeuwige Bron wordt de beschikbaarheid van voldoende zoetwater nadrukkelijk in verband gebracht met transities in de landbouw.
Een ontwerpstudie in Weert laat zien dat cultuurhistorie een belangrijke rol speelt in de aanpak van de droogteproblematiek. Een blik op het middeleeuwse stadsweefsel bracht daar logische en betaalbare oplossingen op tafel. Het verleden vormt ook een rode draad in de wandeling die fotograaf Marieke Kijk in de Vegte maakte langs de Baakse Beek in de Achterhoek. In dit droogste stukje Nederland moet de terugkeer naar oorspronkelijke grondwaterstromen een einde maken aan de nijpende zoetwatertekorten. Een tegengeluid komt uitgerekend van historicus Auke van der Woud. Hij plaatst vraagtekens bij een terugkeer naar de waterhuishouding van weleer: ‘Zijn we bereid de wateroverlast voor lief te nemen die hoort bij die oude systemen?’
Tot slot: ondanks concrete ideeën over de aanpak, komen echte acties moeilijk van de grond. In zijn inleidende reportage stelt redacteur Marc Nolden vast dat de samenwerking tussen waterschappen, boeren, natuurorganisaties en waterbedrijven niet van een leien dakje gaat. Deltacommissaris Peter Glas weigert somber te zijn: ‘We kunnen het ons niet veroorloven tegenover elkaar te staan. We hebben allemaal baat bij de hoognodige watertransitie.’